LEESTIJD: 8 MIN
Zwemmen met walvishaaien, zonnen op witte stranden en bruisende steden bezoeken, het kan op de Filipijnen allemaal. Het gastvrije land bestaat uit meer dan 7500 eilanden, het ene nog mooier dan het andere.
“Het eten is klaar!” De stem van gids Angelo Reyes schalt over het water, maar ik ben nog volop aan het genieten van de mooie koraalformaties bij Miniloc, een van de eilandjes in Bacuit Bay. Oké dan. Ik doe mijn snorkel af en klim aan boord van de bangka – een traditionele boot met bamboedrijvers aan weerszijden – die ik heb geboekt. Daar wacht me een verrassing: terwijl ik aan het snorkelen was, hebben Angelo en kapitein José García een uitmuntend lunchbuffet klaargemaakt, zorg- vuldig uitgestald. Gegrilde vis, groene mosselen, grote garnalen, beef tapa, inktvis, gestoofde groenten, verse ananas, papaja, watermeloen, banaan. Het is maar goed dat ik weinig ontbeten heb. Na de vorstelijke lunch gaan alle restjes in een grote emmer die bij terugkeer linea recta naar de afval- scheiding in het plaatsje El Nido gaat. “Dat doen we tegenwoordig altijd, want we hebben geleerd dat we onze natuur moeten beschermen voor de toekomstige generatie,” verduidelijkt Angelo.
Mijn dagtrip met de bangka is een van de hoogtepunten van mijn reis naar de Filipijnen. Hoewel ik al vaak in Zuidoost-Azië ben geweest, is het mijn eerste bezoek aan dit veelzijdige land aan de rand van de Zuid-Chinese Zee en de Stille Oceaan.
Gelokt door de vele enthousiaste verhalen hop ik er twee weken lang van het ene eiland naar het andere, op zoek naar de mooiste plekjes van deze voormalige Spaanse en Amerikaanse kolonie. De dagtrip vanuit het gezellige El Nido voert langs verschillende eilandjes van de wonderschone Bacuit-archipel. Onderweg bezoeken we strandjes met wuivende kokospalmen aan de voet van ruige kalksteenkliffen, wordt er gekajakt in verscholen baaien en is er tijd om te snorkelen en te zwemmen. De archipel ligt bij Palawan, een groot, langgerekt eiland aan de westzijde van de Suluzee en de zuidoostkant van de Zuid-Chinese Zee. Het prijkt steevast op lijstjes met mooiste eilanden ter wereld, en dat is niet voor niets. Palawan heeft zelf namelijk óók schilder- achtige kalksteenformaties, witte zandstranden en de nodige natuurwonderen. Sinds 1992 is er een verbod op houtkap, waardoor het nog resterende oorspronkelijke regenwoud van het eiland gespaard is gebleven. Er leven onder meer Palawanschubdieren, beermarters, stekelvarkens, koningscobra’s, Palawantoepaja’s en zeldzame papegaaien en kaketoes in de bossen.
Onderweg bezoeken we strandjes met wuivende kokospalmen aan de voet van ruige kalksteenkliffen
Majestueuze vissen
Palawan en de Bacuit-archipel zijn niet het enige dat de Filipijnen aan landschappelijk schoon en bijzondere natuur te bieden hebben. Integendeel, het land puilt er bijna van uit. Zo maak ik bij het eiland Cebu kennis met de walvishaaien van Oslob. Voor de kust van deze vissersplaats zwemt sinds een jaar of twaalf altijd een handvol exemplaren rond, omdat ze daar te eten krijgen. De vissersgemeenschap van Oslob kon dankzij de aanwezigheid van de walvishaaien aan de armoede ontsnappen. De vissers hebben een organisatie opgezet om de bezoekers op verantwoorde wijze met de dieren kennis te laten maken. Als ik bij het Whale Shark Center arriveer, krijg ik eerst voorlichting over deze grootste vissoort op aarde en wat er wel en niet kan. Aanraken is bijvoorbeeld taboe, net als boven of vóór de dieren zwemmen.
Ook is het raadzaam voldoende afstand te houden tot hun staart, want hoewel de goedmoedige reuzen volstrekt ongevaarlijk zijn, kan een krachtige staartslag flink aankomen. Na de voorlichtingssessie roeien vissers de bezoekers ongeveer honderd meter de zee op in kleine bangka’s. De boten worden in twee rijen aan een vaste lijn afgemeerd, waarna we te water kunnen gaan. In de ‘zeestraat’ tussen de twee rijen roeien een paar vissers heen en weer om de dieren te voeren. En ja hoor, daar komt de eerste al aan. En een tweede, en nóg een. Als modellen op een catwalk zwemmen ze majestueus voor mijn neus langs, een fantastische ervaring. De grootste is ruim negen meter lang en staat bekend als Big Mama. Na een halfuur walvishaai- watching wordt mijn groep weer aan boord gehaald, de tijd is om. Op de terugweg zwemt er als bonus zowaar nog een grote groene zeeschildpad langs de boot.
Vliegende vossen
Cebu heeft meer moois in de aanbieding, maar wie de Filipijnen bezoekt, mag vooral het eiland Boracay niet overslaan, een van de absolute hoogtepunten van het land. Ik verblijf er in Diniview Villa Resort, een prachtig, duurzaam beheerd resort op de flanken van een groene heuvel. Vanaf het kleine strand beneden aan de heuvel lopen bezoekers zó naar White Beach, de belangrijkste toeristische troef van Boracay. Het witte, met kokospalmen omzoomde strand wordt gezien als een van de mooiste tropische stranden ter wereld. Daar komen natuurlijk veel mensen op af. De toeristische druk werd zó groot dat de regering in 2018 besloot om het hele eiland een halfjaar lang volledig af te sluiten voor bezoekers. In die zes maanden werd het hele eiland opgeruimd, wegen werden verbeterd, rioleringen aangelegd en illegale bouwwerken gesloopt. Er kwamen regels om het toerisme in goede banen te leiden en de natuur te ontzien, zoals een maximum aantal bezoekers per dag en de introductie van een milieutoeslag.
Opvallend: alle gemotoriseerde tricycles, de Filipijnse variant van de tuktuk, werden verplicht vervangen door elektrische exemplaren. “Dat scheelt veel uitlaatgassen en lawaai, het eiland is er beslist op vooruitgegaan,” aldus Julia Lervik, eigenares van Diniview Villa Resort. Julia komt oorspronkelijk uit Zweden, maar woont al 33 jaar op Boracay, waar ook haar kinderen zijn geboren. Ze is vergroeid met het eiland en zet zich als voorzitter van de stichting Friends of the Flying Foxes in voor de grote fruitetende vleermuizen. “Vliegende vossen zijn essentieel voor gezonde bossen, want ze verspreiden de zaden van meer dan driehonderd bomen- en plantensoorten,” geeft Julia aan. “Er zijn in totaal nog zo’n duizend exemplaren over, hoofdzakelijk in de noordelijke heuvels. Hopelijk helpen onze inspanningen om dat aantal te laten groeien en de natuur van Boracay verder te herstellen.”
eten & drinken
Kalui Seafood Restaurant
Een visrestaurant op Palawan dat zich in een traditioneel Filipijns bamboehuis bevindt en geweldige buffetmaaltijden serveert.
369 Rizal Avenue, Puerto Princesa
DiniBeach Bar & Restaurant
Dit restaurant op Boracay verdient een aanbeveling, al was het alleen maar vanwege de fabuleuze kinilaw van tonijn in kokosazijn.
Cosmic Poblacion
Ga hier naartoe voor de smakelijke vegan gerechten, zoals spinazielasagna en tofu tempura.
slapen
Lihim Resorts
Even buiten El Nido ligt het luxueuze Lihim Resorts. De 24 villa’s hebben veranda’s en beschikken over een eigen butler. Het zwembad biedt uitzicht over El Nido Bay.
Mandala Spa & Resort Villas
Ruime villa’s in een tropische tuin, op vijf minuten lopen van het befaamde White Beach. Kroonjuweel is de spa met hydrotherapiezwembad.
The Alpha Suites
Dit appartementenhotel op hoog niveau (letterlijk) in Manilla is een aanrader. Uitzicht, comfort, een zwemlagune, restaurant: alles is aanwezig.
Beste vrouwelijke chef
Mijn reis naar de Filipijnen eindigt in hoofdstad Manilla, op het eiland Luzon. De oude kern van de stad is Intramuros, waar het koloniale Spaanse gezag van 1571 tot 1898 achter dikke muren huisde. Behalve die muren zijn de belangrijkste bezienswaardigheden het Palacio del Gobernador (het voormalige gouverneurspaleis), de barokke kathedraal van Manilla en het Fort Santiago. Doordat de oude stad minder dan een vierkante kilometer groot is, zijn alle bezienswaardigheden per voet te verkennen. Wie naar de omliggende wijken wil, bijvoorbeeld naar ’s werelds oudste Chinatown in Binondo, overweegt een ritje in een bontgekleurde jeepney. Dit zijn verlengde jeeps die onmisbaar zijn als openbaar vervoer in de uitgestrekte metropool. Ik prefereer echter wandelschoenen, om zo veel mogelijk te kunnen zien en meemaken in centraal Manilla. Aan het einde van een tropische wandeldag in en rond Intramuros staat ’s avonds een afscheidsdiner bij Grace Park by M op het menu, misschien wel het beste Filipijnse restaurant van de hoofdstad.
Eigenares Margarita Forés ontvangt me met open armen in haar restaurant. “De Filipijnse keuken kent invloeden uit de Spaanse keuken en die van de VS, de twee voormalige kolonisatoren van de Filipijnen, en uit Latijns-Amerika en diverse Aziatische landen,” vertelt ze. “Hier, probeer deze kinilaw eens, dat is onze versie van de Latijns- Amerikaanse ceviche. Ik heb er kokosazijn voor gebruikt.” Het tweede iconische Filipijnse gerecht dat op tafel komt is sinigang, een gevulde soep die met tamarinde, guave en onrijpe mango is gezuurd. Margarita: “We maken overal azijn van, van koffiebonen en kokos tot ananas en aardbeien, want het is een van de belangrijkste smaakmakers in onze keuken. Voor de balans komen daar dan zoete, zoute, bittere en/of umami-ingrediënten bij.” De kinilaw en sinigang zijn fantastisch, net als de andere Filipijnse specialiteiten die ik daarna te proeven krijg. Geen wonder, want Margarita werd in 2016 uitgeroepen tot beste vrouwelijke chef van Azië en is Food Ambassador van de Verenigde Naties. Toch is ze altijd weer blij om terug te zijn in de Filipijnen. Ik begrijp dat wel. Een bezoek aan het prachtige land en haar hartelijke inwoners is voor iederéén een bijzondere traktatie, welk eiland je ook uitkiest.
Doen met
kinderen
Naar Manilla
Vluchtduur 16 uur en 25 minuten.
Naar Manilla vanaf 42.000 Miles.
Deze city guide is verschenen in de voorjaarseditie van Flying Dutchman 2024.
KLM staat niet garant voor de actualiteit van de informatie.