LEESTIJD: 8 MIN
Een stedentrip naar Porto lijkt wellicht nog het meest op een proeverij. Zo herbergt de stad tientallen wereldberoemde porthuizen en restaurants die de moeite meer dan waard zijn én valt er overal smaakvolle kunst te ontdekken.
Het is vroeg in de ochtend en ik heb net een duik genomen in het zwembad van mijn hotel. Door de grote ramen zie ik buiten een dikke mist oplossen. Heel langzaam verschijnen er steeds meer details van de stad en het voelt alsof ik een mand vol cadeautjes uitpak: bootjes op de rivier onder me, rechts de contouren van de iconische Luís I-boogbrug en, uiteindelijk, recht tegenover me, de vrolijk gekleurde huisjes van de wijk Ribeira. Ik logeer in het majestueuze The Yeatman Hotel in Vila Nova de Gaia. Officieel is Gaia een stad die door de rivier de Douro wordt gescheiden van die andere stad, Porto. Maar officieus wordt Gaia als onderdeel van Porto gezien. Het is het thuis van de beroemde portwijnkelders, maar was lange tijd een slaapstadje, omdat die kelders leegstonden en er verder weinig te beleven viel.
De laatste jaren wordt dit gebied steeds populairder en zal geen reiziger het meer overslaan. Dat komt mede door de opening van WOW, World of Wine, een cultureel district waar de bezoeker zich op allerlei manieren kan onderdompelen in al het goede van Portugals culturele erfgoed. Zo is er een interactief rosémuseum, met leuke gimmicks zoals een roze ballenbak, en een enorm chocolademuseum met een eigen chocoladefabriekje. Ook behoren veel van de restaurants en bars, een wijnschool en boetieks tot WOW. Alles is gehuisvest in de oude pakhuizen die speciaal hiervoor werden opgeknapt met behoud van de originele architectuur. Een mooi staaltje upcycling, zie ik als ik even later rondloop in dit minidorp.
Vila Nova de Gaia is het thuis van de beroemde portwijnkelders
Port proeven
Ik bezoek er ook de fruitig geurende portkelders van Taylor’s, een van de oudste porthuizen ter wereld. Terwijl de bevlogen gids Ana Margarida me rondleidt door een indrukwekkend grote opslagruimte met gevulde vaten tot waar het oog reikt, vertelt zij dat port drie eeuwen terug min of meer ontdekt is ‘dankzij’ een conflict tussen de Fransen en Engelsen. Het daaropvolgende exportverbod zorgde ervoor dat de Engelsen hun geliefde bordeauxwijn moesten missen en op zoek moesten naar een waardige vervanger. Die vonden ze in de Douro-vallei in Noord-Portugal, waar port werd geproduceerd. Ana Margarida wijst op een groot vat met daarin port uit de zeventiende eeuw en vervolgt: “De Engelsen gingen de zoete wijn vervolgens de wereld over verschepen. Dit verklaart ook waarom de meeste porthuizen een Engelse naam hebben.”
Na de rondleiding is het tijd voor een tasting in de bloemrijke tuin van Taylor’s. Niet zonder enige trots vertelt Ana Margarida dat Taylor’s in 2018 het Port Protocol heeft opgericht, een wereldwijde wijngemeenschap die – binnen hun vakgebied – oplossingen deelt om klimaatverandering aan te pakken en duurzaamheid te bevorderen. “En dat zie je terug in de wijngaarden, waar we werken met ecologisch duurzame technieken en strategieën. Ook zetten we stappen op het gebied van hernieuwbare energie, afvalbeheer en afvalwaterzuivering.” Kijk, daar proost ik op.
Blauw-witte tegels als rode draad
De volgende dag sta ik te popelen om de overkant van de rivier, het ‘echte’ Porto, te ontdekken. Onderweg stuit ik op de streetart van kunstenaar Bordalo II; van allerlei stadsafval – schroot, auto-onderdelen, fiets- banden, verkeersborden en ik zie zelfs een helm – heeft hij op de hoek van een huis een metershoog konijn gebouwd, de ene helft in kleur, de andere niet. Het kunstwerk houdt ons een spiegel voor en laat ons reflecteren op onze consumptiemaatschappij. Hierover in gedachten verzonken loop ik verder richting de Luís I-brug, de eyecatcher van de stad die werd ontworpen door een compagnon van Gustave Eiffel en uit twee brugdekken bestaat. Via het bovenste dek wandel ik zestig meter boven het water zó het historische centrum van de stad – en UNESCO Werelderfgoed – in. Porto werd gesticht door de Romeinen en overal zijn de meest prachtige kathedralen en kerken uit lang vervlogen tijden te vinden.
Ik verdwaal in smalle, kronkelende straatjes en steegjes met wapperende was en beland dan ineens weer op een plein of bij een standbeeld. Wat opvalt zijn de azulejos, de blauw-witte tegels die als een rode draad door de stad lopen: ze sieren kerken en gevels van huizen, maar de plek waar ze alomtegenwoordig zijn is het São Bento-treinstation. De hal van dit drukke station is rondom versierd met twintigduizend tegels die tezamen opvallende episoden uit de Portugese geschiedenis uitbeelden. Terwijl reizigers zich naar hun treinen haasten, bewonderen net zo veel mensen in alle rust de azulejos. Een schitterend kunstwerk in het kloppende hart van de stad.
Klein Frans meisje
In het Travellers Café, waar ik neerstrijk voor een koffie, raak ik in gesprek met eigenaar Diogo. Met de warme vriendelijkheid die Portugezen zo eigen is, geeft hij me spontaan wat tips voor zijn stad. We raken aan de praat over de Portugese keuken en ik vraag hem naar iets wat me fascineert: de francesinha, een soort tosti met vlees en gesmolten kaas die wordt overgoten met een warme tomatensaus. Overal lees ik dat dit ‘dé lekkernij uit Porto’ is, maar is het niet vooral een toeristische trekker? Diogo kijkt me verbaasd aan: “Nee, totaal niet! Wij locals zijn er allemaal dol op, ik eet er minstens twee keer per maand eentje!” Dan legt hij me uit hoe de sandwich aan zijn naam komt: “Francesinha is Portugees voor ‘klein Frans meisje’. Een Portugees die enkele jaren in Frankrijk had gewerkt, introduceerde het hier, als een soort zusje van de croque monsieur. Je moet er echt een proberen!”
Even later zit ik in een lokaal restaurantje aan de vegetarische variant, die is gevuld met champignons, wortel en heel veel kaas en is overgoten met een zalige saus. Diogo had gelijk, wat ontzettend lekker. En machtig! Hierna heb ik meer dan voldoende energie om de rest van de middag door de heuvelachtige stad te struinen. Wanneer de zon langzaam ondergaat, zorg ik dat ik weer in Gaia ben, want een van de mooiste plekken om de zonsondergang te bewonderen schijnt bij Jardim do Morro te zijn. In dit kleine parkje zitten jong en oud picknickend op het gras. Terwijl de avond valt, speelt een bandje oude hits en verspreidt de typische, weldadige geur van gepofte kastanjes – een snack die hier populair is – zich door de lucht. Idyllischer kan bijna niet.
eten & drinken
Nem carne nem peixe
Chef David Jesus bewijst dat traditionele klassiekers zoals stoofschotel en pasteitjes net zo lekker zijn in vegetarische of vegan versie.
Camélia Brunch Garden
In Foz do Douro ligt dit hippe brunchcafé, waar u de hele dag kunt aanschuiven voor pancakes, salades en smoothies.
Brasão
Deze lokale favoriet met diverse vestigingen in Porto serveert Portugees eten in een knusse ambiance. Men zegt dat hier de lekkerste francesinha van de stad te krijgen is. Reserveren wordt aangeraden.
slapen
The Yeatman Hotel
Vanuit dit elegante wijnhotel heeft u een fantastisch uitzicht op het historische centrum. Twee zwembaden, een sterrenrestaurant en een Wine Spa maken het plaatje compleet.
Torel Avantgarde
Dit boetiekhotel in Miragaia, vlakbij het stadscentrum, ademt kunst en knusheid. Prachtig gestylede kamers, een spa en een ongeëvenaarde gastvrijheid: u wordt hier gepamperd tot en met.
Canto de Luz
Een ruïne in hartje stad werd omgetoverd tot een hotel met sfeervolle suites en villa’s. Het ontbijt wordt bereid met verse producten van de stadsmarkten.
Tussen kunst en kust
Vandaag pak ik de fiets om de stad ook buiten het centrum te verkennen. Ik start in de kunstwijk Cedofeita. Hier zijn veel kunstgalerieën en leuke conceptstores met handwerk, vintagekleding, meubels en prachtige koffietafelboeken te vinden waarin ik uiteraard even moet rondsnuffelen. Via de moderne, imposante concerthal Casa da Música, ontworpen door de Nederlandse architect Rem Koolhaas, rijd ik verder naar het Serralves-park, dat me is getipt door een vriend die in Porto is opgegroeid. Dit achttien hectare grote terrein herbergt allerlei verrassingen: zo is er een bomen-, kruiden- en een rozentuin, ligt er een prachtige vijver verscholen, kunnen bezoekers de treetop walk doen dwars door de bomen en staan er her en der sculpturen, waaronder een van de beroemde kunstenaar Anish Kapoor. De kunstwerken zijn afkomstig uit het Serralves Museum voor Hedendaagse Kunst, dat eveneens tot het park behoort.
Stralend middelpunt van het park is de Casa de Serralves, een roze art-decovilla waarin op de dag dat ik er ben een expositie te zien is van Joan Miró. Ik breng de hele middag in en om het park door en raak niet uitgekeken. Porto is geen stad die overprikkelt, maar wie behoefte heeft aan wat rust, groen én kunst mag het Serralves-park niet missen. Het is bijna het einde van de middag en omdat ik nu op een steenworp afstand van Foz do Douro ben, besluit ik door te fietsen naar deze buurt aan het strand. Hier, in deze oude visserswijk, mondt de Douro uit in de Atlantische Oceaan. Via het parkje Jardim do Passeio Alegre en langs de vuurtoren beland ik op de boulevard vol bars en restaurants. In een van de strandtentjes bestel ik een Portonic. Deze cocktail van witte, droge port met tonic schijnt het eeuwenoude Portugese drankje de laatste jaren weer hip te hebben gemaakt. Ik zie een overeenkomst met de stad zelf, die zich ook altijd opnieuw blijft uitvinden, zonder haar culturele erfgoed tekort te doen. Het zorgt ervoor dat ik niet raak uitgekeken op Porto en altijd een goede reden heb om terug te gaan.
voor de
zakenreiziger
Naar Porto
Vluchtduur 2 uur en 35 minuten.
Naar Porto vanaf 7.500 Miles.
Deze city guide is verschenen in de najaarseditie van Flying Dutchman 2024.
KLM staat niet garant voor de actualiteit van de informatie.